Halverwege de boottocht, tijdens de stop in Labuan Bajo (west Flores), ben ik van boord gegaan om een paar nachten in Labuan Bajo te blijven om vervolgens de volgende boot terug te nemen.
Ik merk nu dat naarmate je verder naar het oosten gaat, het mooier, ongerepter en minder toeristisch wordt, maar daar kleven ook nadelen aan. Zo wilde ik een tour boeken voor de volgende dag, maar alle kantoortjes waren al om 7 uur dicht. Had ik even geen rekening mee gehouden, want op Bali en Java zijn die dingen 24/7 open. Labuan bajo ligt in een baai en heeft een prachtig uitzicht over zee, maar daar is ook alles mee gezegd. Het dorp zelf is niks te beleven, je komt er puur voor de fantastische duikspots van Komodo national park, of als startpunt van een rondreis door Flores.
De volgende dag besloot ik vroeg naar de kantoortjes te gaan in de hoop dat ik nog mee kon met een tour, maar helaas. Er zijn te weinig toeristen om tours mee te 'vullen'. Dus besloot ik een fiets te huren en langs de kust te fietsen op zoek naar een strand om te snorkelen. Blijkbaar had ik na mijn fietsavontuur in yogya mijn lesje nog niet geleerd, want ook nu was het een mislukking.
Voor de middag besloot ik een massage te nemen (als troost...) bij een massagesalon die opgezet is door een Nederlandse vrouw die hier 'disabled' personeel een kans geeft op een baan. Fantastisch initiatief! Ik had een masseuse die slechthorend was bijvoorbeeld, echt een schat. Maar het beste was misschien nog wel het uitzicht vanaf de massagetafel..
's Avonds ben ik met twee Hollandse jongens lekker verse vis gaan eten op de fishmarket.